coproduceren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van coproduceren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		coproduceren			te coproduceren
	toekomend		zullen coproduceren			te zullen coproduceren
voltooid	tegenwoordig		hebben gecoproduceerd			te hebben gecoproduceerd
	toekomend		gecoproduceerd zullen hebben			gecoproduceerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	coproducerend		gecoproduceerd			ev. coproduceer	mv. verouderd coproduceert	coproducere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	coproduceer	coproduceert	coproduceert	coproduceert	coproduceert	coproduceren	coproduceren	coproduceren
verleden (o.v.t.)	coproduceerde	coproduceerde	coproduceerde	coproduceerde	coproduceerde	coproduceerden	coproduceerden	coproduceerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal coproduceren	zult/zal coproduceren	zult/zal coproduceren	zult coproduceren	zal coproduceren	zullen coproduceren	zullen coproduceren	zullen coproduceren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou coproduceren	zou coproduceren	zou(dt) coproduceren	zoudt coproduceren	zou coproduceren	zouden coproduceren	zouden coproduceren	zouden coproduceren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gecoproduceerd	hebt gecoproduceerd	hebt/heeft gecoproduceerd	hebt gecoproduceerd	heeft gecoproduceerd	hebben gecoproduceerd	hebben gecoproduceerd	hebben gecoproduceerd
verleden (v.v.t.)	had gecoproduceerd	had gecoproduceerd	had gecoproduceerd	hadt gecoproduceerd	had gecoproduceerd	hadden gecoproduceerd	hadden gecoproduceerd	hadden gecoproduceerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gecoproduceerd hebben	zal/zult gecoproduceerd hebben	zult/zal gecoproduceerd hebben	zult gecoproduceerd hebben	zal gecoproduceerd hebben	zullen gecoproduceerd hebben	zullen gecoproduceerd hebben	zullen gecoproduceerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gecoproduceerd hebben	zou gecoproduceerd hebben	zou/zoudt gecoproduceerd hebben	zoudt gecoproduceerd hebben	zou gecoproduceerd hebben	zouden gecoproduceerd hebben	zouden gecoproduceerd hebben	zouden gecoproduceerd hebben