coproduceerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·pro·du·ceer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
coproduceren |
coproduceerden
- meervoud verleden tijd van coproduceren
- Wij coproduceerden.
- Jullie coproduceerden.
- Zij coproduceerden.
- Wij coproduceerden.
Gangbaarheid
- Het woord coproduceerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.