zwartbuikdikbekje
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- zwart·buik·dik·bek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | zwartbuikdikbekje | zwartbuikdikbekjes |
Zelfstandig naamwoord
het zwartbuikdikbekje o dim. tant.
- (zangvogels) Sporophila melanogaster een zangvogel uit de familie Thraupidae (tangaren). De vogel werd in 1870 door de Oostenrijkse ornitholoog August von Pelzeln geldig beschreven als Spermophila melanogaster
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zwartbuikdikbekje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 17
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstellende samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandig verkleinwoord
- Zangvogels in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal