zusammenziehen
Uiterlijk
- Geluid: zusammenziehen (hulp, bestand)
- IPA: /ʦuˈzamənʦiːən/
- zu·sam·men·zie·hen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zusammenziehen |
zusammenzog |
zusammengezogen (met "haben") |
sterk | volledig |
[A] zusammenziehen
- onovergankelijk samentrekken (b.v. een strop, een capuchon)
- contraheren, samentrekken (b.v. van huid, een spier, een darm, een baarmoeder)
- «Was übrig bleibt ist der Stuhl, der durch das Zusammenziehen [1] des Dickdarms zum hinteren Teil des Dickdarms, dem Mastdarm, geschoben wird.»
- Wat overblijft is de ontlasting en deze wordt door het samentrekken van de dikke darm voortgeduwd naar het laatste deel van de dikke darm, de endeldarm.
- «Was übrig bleibt ist der Stuhl, der durch das Zusammenziehen [1] des Dickdarms zum hinteren Teil des Dickdarms, dem Mastdarm, geschoben wird.»
- onovergankelijk fronsen, samentrekken (van wenkbrauwen)
- onovergankelijk opkomen (van noodweer of onweer)
- onovergankelijk, (militair) bijeenbrengen, concentreren, samentrekken (van troepen of mankracht)
- onovergankelijk, (wiskunde) bijeenbrengen, optellen
zusammen ziehen
- «einen Handwagen zusammen ziehen»
- een handkar samen trekken
- «einen Handwagen zusammen ziehen»
- "Zusammen" heeft hier de betekenis van "gemeenschappelijk, samen" (= gemeinsam).
- [2]: kontrahieren
- [5]: konzentrieren
- [6]: addieren
- [1-6]: Zusammenziehung
- [1]: eine Schlinge zusammenziehen
een lus samentrekken
sich zusammenziehen
- wederkerend (medisch) contraheren, samentrekken
- «So wie jeder Muskel kann sich auch der Herzmuskel zusammenziehen (Systole) oder entspannen (Diastole).»
- Zoals elke spier kan ook de hartspier samentrekken (systole) en ontspannen (diastole).
- «So wie jeder Muskel kann sich auch der Herzmuskel zusammenziehen (Systole) oder entspannen (Diastole).»
- wederkerend, (meteorologie) zich samentrekken, zich samenpakken (van wolken)
- «Viele von diesen Wolken sind so dicht, dass sie sich leicht unter dem Einfluss ihrer eigenen Schwerkraft zusammenziehen können.»
- Veel van dit soort wolken zijn zo dicht, dat ze gemakkelijk kunnen samentrekken onder invloed van hun eigen zwaartekracht.
- «Viele von diesen Wolken sind so dicht, dass sie sich leicht unter dem Einfluss ihrer eigenen Schwerkraft zusammenziehen können.»
- wederkerend, (figuurlijk) dreigen, zich samenpakken (van onheil)
- (militair) bijeenbrengen, concentreren, samentrekken (van troepen)
- «Die militärischen Truppen ziehen sich zusammen.»
- Het leger trekt zich samen.
- «Die militärischen Truppen ziehen sich zusammen.»
- [2]: sich zusammenballen
- [2]: sich zusammenbrauen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zusammenziehen |
zusammenzog |
zusammengezogen (met "sein") |
sterk | volledig |
[B] zusammenziehen
- overgankelijk intrekken (samen met een tweede persoon wonen)
- ↑ gesubstantiveerde vorm
Categorieën:
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 14
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Voorvoegsel zu- in het Duits
- Werkwoord in het Duits
- Onovergankelijk werkwoord in het Duits
- Militair in het Duits
- Wiskunde in het Duits
- Wederkerend werkwoord in het Duits
- Medisch in het Duits
- Meteorologie in het Duits
- Figuurlijk in het Duits
- Overgankelijk werkwoord in het Duits
- Dubbele betekenis in het Duits