meteorologie

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: metrologie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·te·o·ro·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weerkunde’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
  • afgeleid van meteoor (uit het Grieks meteoros) met het achtervoegsel -logie
enkelvoud meervoud
naamwoord meteorologie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de meteorologiev

  1. (wetenschap) de studie van het weer en het klimaat
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen