samenpakken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: samenpakken (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sa·men·pak·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van samen bw en pakken ww
Werkwoord
samenpakken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
samenpakken |
pakte samen |
samengepakt |
zwak -t | volledig |
- wederkerend zich samenpakken: met name van wolken, verzamelen, opeenstapelen
- ▸ Moest ik in dit open maanlandschap mijn tent opzetten of de veiligheid van de bomen opzoeken? Inmiddels vormden zich bij de bergpas donkere wolken die zich snel verder samenpakten.[1]
Uitdrukkingen en gezegden
- donkere wolken pakken zich samen boven
er dreigt onheil voor
Gangbaarheid
- Het woord 'samenpakken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal