zojuist
Uiterlijk
- zo·juist
- samenstelling van zo en juist
zojuist
- korte tijd geleden
- Ik heb dat zojuist op de post gedaan.
- ▸ Daar verdeelde ik de volgende paar uur ontelbare zojuist gekochte producten in grote postdozen.[1]
- ▸ Op Eerste Paasdag had ik in Rome de eer om paus Franciscus te ontmoeten. Een heel bijzonder moment. En zojuist bereikte ons het verdrietige nieuws dat hij is overleden. Mijn gedachten zijn bij allen die geraakt zijn door zijn overlijden.[2]
- Het woord zojuist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zojuist" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers

- ↑
Weblink bron “Bedroefde reacties op dood van paus: 'Miljoenen mensen geïnspireerd'” (21 april 2025), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %