zestigminner

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·tig·min·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  zestig min bn  met het achtervoegsel -er, in de betekenis "iemand met een leeftijd onder de 60 jaar" aangetroffen vanaf 2009 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud meervoud
naamwoord zestigminner zestigminners
verkleinwoord zestigminnertje zestigminnertjes

Zelfstandig naamwoord

de zestigminnerm

  1. iemand met een leeftijd onder de 60 jaar
    • Het entreekaartje voor het museum is voor zestigminners niet twintig procent goedkoper. 
    • Zestigminners worden niet meer gevaccineerd met het AstraZeneca-vaccin. 
     Het zwembad bij mij om de hoek is tussen de middag het terrein van bejaarden, of zoals we tegenwoordig zeggen, senioren. Als eenling vallen ze in de levendige stad niet op; hippe twintigers, drukke dertigers en moderne veertigers bepalen het stadsbeeld. Maar is de zestigplusser in de meerderheid, dan delf je als zestigminner gauw het onderspit.[1]
  2. (pregnant) iemand met een wat oudere leeftijd onder de 60 jaar
     Al met al laat dit twintigste album van de zestigminner een klinkende combinatie van vakmanschap en bevlogenheid horen, die bovendien verschoond blijft van de sentimentaliteit die zoveel veteranen eigen is.[2]
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 9 april 2021 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Styn Haanstra
    “Lekker” (februari 2009) op colcol.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 april 2021 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Geert Henderickx
    “Hiatt, John : Dirty Jeans And Mudslide Hymns” op oor.nl