wroeging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wroe·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van wroegen met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wroeging | wroegingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- spijt, gewetensnood, berouw
- 'Door de beurscrash heb ik al mijn geld verloren', zegt hij zonder wroeging.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wroeging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wroeging" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ wroeging op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %