zelfverwijt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfverwijt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·ver·wijt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en verwijt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfverwijt | zelfverwijten |
verkleinwoord | zelfverwijtje | zelfverwijtjes |
Zelfstandig naamwoord
het zelfverwijt o
- een verwijt gericht op zichzelf.
Gangbaarheid
- Het woord zelfverwijt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zelfverwijt" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be