wonde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wonde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɔndə / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋɔn.də/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɔn.də/
- (Limburg): /ˈwɔn.də/
Woordafbreking
- won·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wonde | wonden wondes |
verkleinwoord | wondje | wondjes |
Zelfstandig naamwoord
- (Vlaanderen en Limburg) een beschadiging in of aan het lichaam
- Door zijn val had hij een diepe wonde in zijn been.
Synoniemen
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
- een wonde toebrengen
kwetsen
- Den vinger op de wond ( of een wonde plek) leggen
- Tijd heelt alle wonden
door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge/verdrietige/zware/kwaadmakende dingen minder erg
- Zachte heelmeesters maken stinkende wonden
een grondige oplossing is beter dan doormodderen of het voorzichtig aanpakken, ook al is hij pijnlijk
Vertalingen
Bijvoeglijk naamwoord
wonde
- verbogen vorm van de stellende trap van wond
Gangbaarheid
- Het woord wonde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wonde" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ wonde op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 69 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %