watervogel
Uiterlijk
- Geluid: watervogel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzwɛmvoɣəl / (3 lettergrepen)
- wa·ter·vo·gel
- samenstelling van water en vogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | watervogel | watervogels |
verkleinwoord | watervogeltje | watervogeltjes |
de watervogel m
- (dierkunde) langs het water levende vogel
- ▸ Het was welbeschouwd belachelijk dat die dingen in de eenentwintigste eeuw nog steeds bestonden, als prehistorische watervogels die op een wonderlijke manier weer tot leven waren gewekt voor de toeristen.[1]
1.
- Het woord watervogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "watervogel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 23
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %