vrijspreken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vrijspreken (hulp, bestand)
- IPA: /'vrɛisprekə(n)/
Woordafbreking
- vrij·spre·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vrij en spreken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vrijspreken |
sprak vrij |
vrijgesproken |
klasse 4 | volledig |
Werkwoord
vrijspreken
- overgankelijk onschuldig verklaren
- De verdachte van de schietpartij werd vrijgesproken.
Vertalingen
1. onschuldig verklaren
Gangbaarheid
- Het woord vrijspreken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrijspreken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 4 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %