vrijgevig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrij·ge·vig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vrijgevig | vrijgeviger | vrijgevigst |
verbogen | vrijgevige | vrijgevigere | vrijgevigste |
partitief | vrijgevigs | vrijgevigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vrijgevig
- gul
- Dat is een vrijgevig persoon; hij gaf veel aan de liefdadigheidsinstantie.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vrijgevig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vrijgevig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ vrijgevig op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %