Naar inhoud springen

vreselijk

Uit WikiWoordenboek
  • vre·se·lijk
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vreselijkvreselijkervreselijkst
verbogen vreselijkevreselijkerevreselijkste
partitief vreselijksvreselijkers-

vreselijk

  1. bijzonder erg, schrikwekkend, verschrikkelijk
    • Dat vreselijke ongeval veroorzaakte verslagenheid alom. 
     En toen kwam het vreselijke moment waarop ze de stommiteit op moest biechten aan haar strenge vader.[2]
     ';Fuegos artificialesl' bulderde hij met een vreselijk accent, en Olive liet haar blik door de kamer dwalen, op zoek naar Isaac.[3]
     Maar wat een vreselijk uitzicht heb je hier.[3]
  2. angstaanjagend

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijwoord

vreselijk

  1. in zeer hoge mate, buitengewoon, zeer, heel erg
     ' 'O?' Ik vond het vreselijk vleiend en wachtte tot ze verder zou gaan, maar haar gezicht betrok, en ze brak de sigaret die ze op de rand van de asbak had laten liggen doormidden.[3]
     'Het was vreselijk.[3]
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]
  1. vreselijk op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  3. 1 2 3 4
    Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be