voorarm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·arm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en arm (waarschijnlijk een letterlijke vertaling van het Latijnse "antebracchium": ante- = "voor"; bracchium = "arm")
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorarm | voorarmen |
verkleinwoord | voorarmpje | voorarmpjes |
Zelfstandig naamwoord
voorarm m
- (anatomie) een vooral in België gebruikt synoniem voor de onderarm
Synoniemen
Vertalingen
1. (anatomie) een vooral in België gebruikt synoniem voor de onderarm
Gangbaarheid
- Het woord voorarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "voorarm" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be