Naar inhoud springen

vleien

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: vlijen
  • vlei·en
  • In de betekenis van ‘flemen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vleien
vleide
gevleid
zwak -d volledig

vleien

  1. overgankelijk (onoprechte) complimenten geven, meestal om bij iemand in de gunst te komen
    • Hij werd door velen gevleid, maar het scheen hen koud te laten. 
  2. (sport)(verouderd) ketsen, een steentje met een afgeplatte vorm scherend over een wateroppervlak gooien zodat het zo vaak mogelijk stuitert
95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]