vleer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vleer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vleer vleren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de vleerv / m

  1. (zoötomie) (verouderd) lichaamsdeel in de vorm van een beweeglijk vlak dat paarsgewijs links en rechts aan de romp van vliegende dieren zit
  2. (plantkunde) (verouderd) benaming voor heesters uit het geslacht Sambucus op Wikispecies
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen