vla
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vla
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘dik melkgerecht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1779 [1]
- Middelnederlands vlāde ‘taart, koek’, uit Oergermaans *flaþōn- ‘plat voorwerp’; evenals Duits Fladen en Middelengels flathe, beide ‘platte koek’.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vla | vla's |
verkleinwoord | vlaatje | vlaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) een zoet dikvloeibaar nagerecht op basis van zuivel, eieren, zetmeel (maïzena) en vanille
- Als je zo je vla nog wilt, moet je wel je bord leegeten!
- (voeding) vlaai
Hyponiemen
- aalbessenvla
- aalbessenvla
- bessenvla
- boerenvla
- boerenvla
- chocoladevla
- citroenvla
- custardvla
- hopjesvla
- karamelvla
- kersenvla
- kloostervla
- koeienvla
- koffievla
- rijstevla
- rijstvla
- roomvla
- vanillevla
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- (betekenis): crème, pudding, Spaanse vla (flan)
- (etymologisch): vlaai, vlade
Vertalingen
± vloeibaar dessert van zuivel, eieren en vanille, evt. verdikt met zetmeel
Gangbaarheid
- Het woord vla staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vla" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "vla" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vla op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be