verrader
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ra·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verraden met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verrader | verraders |
verkleinwoord | verradertje | verradertjes |
Zelfstandig naamwoord
de verrader m
- iemand die verraad pleegt
- Verrader! Jij zult boeten voor je verraad!
- ▸ Dat waren de eerste dagorders van De Gaulle toen hij de macht had overgenomen in het bevrijde Parijs, om alle Franse diplomaten in de hele wereld die aan de kant van de verraders hadden gestaan te ontslaan en daarna alle die aan de kant van het vrije Frankrijk hadden gestaan te bevorderen.[1]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand die verraad pleegt
Gangbaarheid
- Het woord verrader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "verrader" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be