verhullen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verhullen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·hul·len

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van hullen met het voorvoegsel ver-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verhullen	verhulde	verhuld
zwak -d	volledig

Werkwoord

verhullen

1. overgankelijk iets niet openlijk zeggen of tonen

   • Zij verhullen de waarheid met dit verhaal. 

Synoniemen

• verbergen, verdoezelen, verzwijgen, verhelen

Afgeleide begrippen

• verhuller, verhulling

Vertalingen

    1. iets niet openlijk zeggen of tonen   

Duits: verhüllen (de), verschleiern Engels: veil (en), conceal (en)

Frans: déguiser (fr) Spaans: celar (es), ocultar (es)

Gangbaarheid

• Het woord verhullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verhullen" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.