velg
Uiterlijk
- Geluid: velg (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɛləx / (1 of 2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vɛlχ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vɛlx/
- velg
- In de betekenis van ‘buitenrand van wiel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1364 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | velg | velgen |
verkleinwoord | velgje | velgjes |
- (techniek) de buitenrand van een wiel waar de band omheen zit
- De velg van dat wiel was helemaal versleten.
1. de buitenrand van een wiel waar de band omheen zit
- Het woord velg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "velg" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "velg" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 of 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %