veiler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vei·ler
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van veilen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veiler | veilers |
verkleinwoord | veilertje | veilertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) iemand die veilt
Bijvoeglijk naamwoord
veiler
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van veil
Gangbaarheid
- Het woord veiler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.