veilen

Niet te verwarren met: vijlen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  veilen    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈvɛilə(n)/

Woordafbreking

• vei·len

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘openbaar verkopen’ voor het eerst aangetroffen in 1482
• Afkomstig van het Middelnederduitse woord veilen, verwant met de Duitse werkwoorden feilschen en feilbieten.

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
veilen	veilde	geveild
zwak -d	volledig

Werkwoord

veilen

1. overgankelijk, (handel) verkopen op een openbare verkoping waar een prijs vastgesteld wordt

   • Het merendeel van de bloemenproductie wordt in Aalsmeer geveild. 

Afgeleide begrippen

• veiling, veilingmeester

Verwante begrippen

• bieden, opbod, afslag

Vertalingen

    1. verkopen op een openbare verkoping waar een prijs vastgesteld wordt   

Duits: versteigern (de) Galicisch: poxar (gl)

Engels: auction (en)

Gangbaarheid

• Het woord veilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "veilen" herkend door:

89 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.