uitstippelen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitstippelen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈœytstɪpələ(n)/
Woordafbreking
- uit·stip·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en stippelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitstippelen |
stippelde uit |
uitgestippeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitstippelen
- overgankelijk vooraf uitzoeken hoe het zal worden
- De daders konden vooraf geen potentiële vluchtwegen uitstippelen.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. vooraf uitzoeken hoe het zal worden
Gangbaarheid
- Het woord uitstippelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uitstippelen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %