uitbrander

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitbrander    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·bran·der

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘scherpe berisping’ voor het eerst aangetroffen in 1846
• afgeleid van uitbranden met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	uitbrander	uitbranders
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de uitbrander m

1. hevige berisping

Synoniemen

• schrobbering, standje, terechtwijzing, verwijt

Vertalingen

    1. hevige berisping   

Duits: Rüffel (de) m, Standpauke (de) v, Verweis (de) m Engels: reproach (en)

Spaans: admonición (es) v, reprensión (es) v, reprimenda (es) v, vituperación (es) v, vituperio (es) m

Gangbaarheid

• Het woord uitbrander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitbrander" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.