tweetaligheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- twee·ta·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweetaligheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord tweetaligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.