trimer
Uiterlijk
trimer
- (spreektaal) ploeteren, zich afbeulen
- «Pour être beau sur la plage, faut trimer à la salle!»
- Om er goed uit te zien op het strand moet je eerst zwoegen in de gymzaal! [1]
- «Pour être beau sur la plage, faut trimer à la salle!»
- IPA: /trɪmɛr/
- tri·mer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | trimer | trimery |
genitief | trimeru | trimerů |
datief | trimeru | trimerům |
accusatief | trimer | trimery |
vocatief | trimere | trimery |
locatief | trimeru | trimerech |
instrumentalis | trimerem | trimery |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 6
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Werkwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Voorvoegsel tri- in het Tsjechisch
- Achtervoegsel -mer in het Tsjechisch
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Scheikunde in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch