tangent

Nederlands

[2] tangent

Uitspraak

• Geluid:  tangent    (hulp, bestand)
• IPA: / tɑŋˈɣɛnt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• tan·gent

Woordherkomst en -opbouw

• van Latijn tangens "rakend"

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tangent	tangenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tangent v / m

1. (verkeer) weg die verkeer om een dichter bebouwd gebied heen leidt, vaak deel van een rondweg

   ▸ Hij benadrukte dat een oplossing voor de lange termijn in dit stadium niet mogelijk is. Voordat het zover is, moet er meer duidelijkheid zijn over het tracé voor het Noordwest-tangent.

   ▸ Rioolverzwaringen in de Johannaweg en de aangrenzende West-Tangent worden met spoed aangepakt.Daardoor zal in de toekomst de wateroverlast in de wijk Tuindorp en in de omgeving van het ROC van Twente verminderen.

2. (wiskunde) raaklijn
3. (muziekinstrument) een stripje (meest van metaal[2] of hout), dat via het toetsenbord van het klavichord tegen de snaar wordt geslagen

Antoniemen

• [1] invalsweg, uitvalsweg

Holoniemen

• ringweg, rondweg

Afgeleide begrippen

• tangens, tangentiaal, tangentieel

Vertalingen

    1. ringweg   

Engels: tangential road (en)

Gangbaarheid

• Het woord tangent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tangent" herkend door:

66 %	van de Nederlanders;
55 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.