talig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  talig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ta·lig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van taal met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	talig	taliger	taligst
verbogen	talige	taligere	taligste
partitief	taligs	taligers	-

Bijvoeglijk naamwoord

talig

1. betrekking hebbend op taal

Antoniemen

• buitentalig

Hyponiemen

   

achttalig Afrikaanstalig anderstalig Arabischtalig drietalig Duitstalig Engelstalig Friestalig Griekstalig Hongaarstalig Italiaanstalig Nederlandstalig niet-talig Russischtalig schrijftalig Spaanstalig spreektalig Turkstalig tweetalig veeltalig viertalig Vlaamstalig vreemdtalig zeventalig

Afgeleide begrippen

• eentaligheid, taligheid

Gangbaarheid

• Het woord talig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "talig" herkend door:

83 %	van de Nederlanders;
71 %	van de Vlamingen.