Arabischtalig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Arabischtalig    (hulp, bestand)
• IPA: / aˌrabisˈtaləx / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• Ara·bisch·ta·lig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende afleiding van  Arabisch bn  en  taal zn  met het achtervoegsel -ig

	stellend
onverbogen	Arabischtalig
verbogen	Arabischtalige
partitief	Arabischtaligs

Bijvoeglijk naamwoord

Arabischtalig

1. de taal van de Arabieren ofwel de taal van de Koran gebruikend

   • Maar de regering accepteert tegelijk dat de Golfstaten islamitische, Arabischtalige universiteiten volledig subsidiëren en jaarlijks honderden beurzen verstrekken voor studie in de Golfstaten. 

Gangbaarheid

• Het woord Arabischtalig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.