taille
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tail·le
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘middel van het lichaam’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1254 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taille | tailles |
verkleinwoord | tailletje | tailletjes |
Zelfstandig naamwoord
Synoniemen
Vertalingen
1. het middelste deel van het lichaam
Gangbaarheid
- Het woord taille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "taille" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het werkwoord tailler 'snijden van stoffen voor het maken van kleding', (algemeen) 'bewerken van stenen, planten en bomen e.d.'.
Zelfstandig naamwoord
taille v
- (kleding) middel, leest
- (figuurlijk) formaat, omvang
- coupe, wijze van snijden van kleding
- het bewerken van stenen ((snijden, slijpen) of planten (snoeien)
- (spreektaal) (figuurlijk) snedige opmerking, spotternij
- «Ce mec, à force de balancer des tailles, il va se faire rétamer.»
- Als die kerel de hele tijd spottende (snedige) opmerkingen blijft maken, wordt hij straks in elkaar geslagen. [1]
- «Ce mec, à force de balancer des tailles, il va se faire rétamer.»
Afgeleide begrippen
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 6
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Kleding in het Frans
- Figuurlijk in het Frans
- Spreektaal in het Frans