tafellaken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

tafellaken
Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·fel·la·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tafellaken tafellakens
verkleinwoord tafellakentje tafellakentjes

Zelfstandig naamwoord

het tafellakeno

  1. een doek bedoeld om er een tafel mee te dekken
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be