taalgebruik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: taalgebruik (hulp, bestand)
Woordafbreking
- taal·ge·bruik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taal en gebruik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taalgebruik | taalgebruiken |
verkleinwoord | taalgebruikje | taalgebruikjes |
Zelfstandig naamwoord
taalgebruik o
- de manier waarop een taal wordt gebruikt b.v. vulgair, informeel, ongemarkeerd, formeel of archaïsch
- Het geheim van dit lied is dus het taalgebruik van Maaike Ouboter, noem het Ouboteriaans, maar natuurlijk ook de manier waarop ze het zingt. Technisch niet eens perfect, dat geeft ze zelf ook toe, maar wel met een intensiteit en bezieling dat het lijkt alsof ze zelf even de engel wordt waarvan ze heeft gedroomd. [1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord taalgebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "taalgebruik" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Spits, FritsDe Standaards van Spits [2015] ISBN 978-90-245-6871-0 pagina 363
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be