Naar inhoud springen

stouterd

Uit WikiWoordenboek
  • stou·terd
enkelvoud meervoud
naamwoord stouterd stouterds
verkleinwoord stouterdje stouterdjes

de stouterdm

  1. een ondeugend, ongezeggelijk kind
    • Parijs ziet er knap uit in 3D: fijn voor de ouders, die weer een temerige en betuttelende subplot moeten slikken met Grace en Patrick, de menselijke vrienden van de Smurfen. Patrick blijkt een stiefvader te hebben die hij niet kan luchten; als u weet dat Smurfin in deze film vreest dat ze even slecht is als Stouterds die haar vader Gargamel nu heeft gemaakt, weet u wat eraankomt: alweer een levensles van Grote Smurf. Voor levenslessen smurfen wij naar onze echte vader.[2] 
    • Of de telefoon van Ellen: nee, dat ook niet. Ellen, die veelvuldig twitterde tijdens de Oscars, deed dat allemaal op een speciaal gekregen toestel van Samsung, omdat de ceremonie door dat bedrijf werd gesponsord. Ze was in de weken voor de Oscars getraind om de Samsung Galaxy Note te gebruiken. (Achter de schermen gebruikte Ellen haar eigen vertrouwde iPhone. De stouterd.)[3] 
95 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 31 JULI 2013 Inge Schelstraete
  3. Volkskrant AAF BRANDT CORSTIUS 6 maart 2014,
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be