Naar inhoud springen

stereoscopisch

Uit WikiWoordenboek
  • ste·reo·sco·pisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen stereoscopisch stereoscopischer
verbogen stereoscopische stereoscopischere
partitief stereoscopisch stereoscopischers -

stereoscopisch

  1. met gebruikmaking van een stereoscoop, volgens de beginselen van de stereoscopie
85 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]