Naar inhoud springen

stamboek

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 14 jun 2019 om 10:50 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
Bioscoopjournaal uit 1962 over de keuring van Fries stamboekvee
in de vitrine het stamboek voor het Belgische trekpaard
  • stam·boek
enkelvoud meervoud
naamwoord stamboek stamboeken
verkleinwoord stamboekje stamboekjes

stamboek o

  1. (veeteelt) register waarin je kunt nagaan wat de voorouders van een bepaald dier zijn
    • `Erfelijkheid', zei partijleider Troelstra in 1921 bij het debat over de grondwetsherziening in de Tweede Kamer, 'moge een geschikt leidend beginsel zijn voor paard- en rundveestamboeken, voor het bekleden van politieke ambten kan het nu eenmaal geen leidraad geven» [2] 
    • Slot speelde al langer met het idee voor een fokdag die openstaat voor alle Haflingers, ongeacht het stamboek waarbij ze staan ingeschreven. „Je hebt zoveel verschillende stamboeken voor Haflingers", zegt Slot. „Alleen in Nederland zijn het er al twee. En in Duitsland heeft elke regio zijn eigen stamboek. Allemaal met eigen keuringen en tentoonstellingen. Het leek me leuk om dat een keer bij elkaar te brengen."[3] 
  2. register waarin je kunt nagaan wie de voorouders van een bepaald mens zijn
98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]
  1. stamboek op website: Etymologiebank.nl
  2. Withuis, Jolande
    Juliana [2016] ISBN 978-90-234-3523-5 pagina 171
  3. Tubantia 18-08-17
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be