stadhuistoren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stadhuistoren (hulp, bestand)
- IPA: / stɑtˈhœystorə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- stad·huis·to·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stadhuis zn en toren zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stadhuistoren | stadhuistorens |
verkleinwoord | stadhuistorentje | stadhuistorentjes |
Zelfstandig naamwoord
de stadhuistoren m
- (bouwkunde) smal, hoog oprijzend bouwwerk dat onderdeel is van het gebouw waar het bestuur van een grote plaats is gevestigd
- ▸ De Grote Markt is gemakkelijk te vinden: als de opgevouwen paraplu van een rondleider wijst de stadhuistoren de weg.[1]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'stadhuistoren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Joyce Roodnat“Grote Markt – Ukkel-Kalevoet” (2 juni 2007) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal