Naar inhoud springen

stadhuistorentje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stad·huis·to·ren·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het stadhuistorentjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stadhuistoren
     Het stadssilhouet is aandoenlijk, met de zware Grote Kerk, het ranke stadhuistorentje en de stoere Campveerse toren.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 augustus 2022 Weblink bron
    Kasper Jansen
    “Muziek in een dode stad” (22 december 2000) op nrc.nl op Wikipedia