stadhuistorens
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stadhuistorens (hulp, bestand)
- IPA: / stɑtˈhœystorə(n)s / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- stad·huis·to·rens
Woordherkomst en -opbouw
- stadhuistoren met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de stadhuistorens mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord stadhuistoren
- ▸ De vormgeving met decoratieve balkons verwijst naar Italiaanse stadhuistorens.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'stadhuistorens' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
Ronald Stenvert e.a.“Monumenten in Nederland. Zuid-Holland.” (2004), Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist / Waanders Uitgevers, Zwolle, ISBN 9040090343, p. 84