spleen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spleen
Woordherkomst en -opbouw
  • van spleen, in de betekenis van ‘lichte depressiviteit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1][2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord spleen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het spleeno

  1. (psychologie) licht depressieve, hangerige gemoedsgesteldheid vervuld van hunkering naar iets anders van onbestemde aard
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

42 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
spleen spleens

Zelfstandig naamwoord

spleen

  1. (anatomie) milt