spitssnuitsteur
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- spits·snuit·steur
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | spitssnuitsteur | spitssnuitsteuren |
| verkleinwoord | spitssnuitsteurtje | spitssnuitsteurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de spitssnuitsteur m
- (straalvinnigen) Acipenser stellatus
een straalvinnige vissensoort uit de familie van steuren (Acipenseridae ). De soort is inheems in de Zwarte Zee, Zee van Azov 
, Kaspische Zee en de Egeïsche Zee. Het dier trekt de rivieren die hierop afwateren op om te paaien. De soort is inmiddels in een groot deel van het oorspronkelijke leefgebied uitgeroeid. Er wordt voorspeld dat de resterende natuurlijke populatie snel zal volgen vanwege overbevissing. Het wordt door de IUCN als 'kritisch bedreigd' beschouwd. De internationale handel in deze soort (inclusief de kaviaar) wordt beperkt door CITES
Synoniemen
Hyperoniemen
- steuren, steurachtigen, kraakbeenganoïden, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'spitssnuitsteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.