spir

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / spiːɾ /

Woordafbreking

• spir

Naar frequentie	39505

Zelfstandig naamwoord 1

m	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	spir	spiren	spir spirer	spirene
genitief	spirs	spirens	spirs spirens	spirenes

Zelfstandig naamwoord

spir, m

1. (zoötomie) de spits van een elandhoorn

Synoniemen

• spiss

Hyperoniemen

• spir

Zelfstandig naamwoord

spir, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van spir

Schrijfwijzen

• spirer

Zelfstandig naamwoord 2

o	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	spir	spiret	spir	spira spirene
genitief	spirs	spirets	spirs	spiras spirenes

Zelfstandig naamwoord

spir, o

1. (bouwkunde) spits, torenpiek, torenpunt, torenspits

Hyperoniemen

• spir

Afgeleide begrippen

• kirkespir

Typische woordcombinaties

• en trekirke met et tårn og spir

een houten kerk met een toren en spits

Zelfstandig naamwoord

spir, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van spir

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / spiːɾ /

Woordafbreking

• spir

Zelfstandig naamwoord 1

m	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	spir	spiren	spirar	spirane

Zelfstandig naamwoord

spir, m

1. een punt van een kroon
2. pufje
3. een straal water
4. (visserij) een kleine makreel

Synoniemen

• [1]: tagg
• [2]: grann sprut
• [2]: vass-stråle
• [3]: vasstråle
• [4]: pir

Zelfstandig naamwoord

spir, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van spir

Schrijfwijzen

• spirer

Zelfstandig naamwoord 2

o	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	spir	spiret	spir	spira

Zelfstandig naamwoord

spir, o

1. (bouwkunde) spits, torenpiek, torenpunt, torenspits

Hyperoniemen

• spir

Afgeleide begrippen

• kyrkjespir

Zelfstandig naamwoord

spir, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van spir