speck

Engels

Uitspraak

• Geluid:  speck (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /spɛk/

Synoniemen

• speck

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudengelse woord "specca".

vervoeging
onbepaalde wijs	to  speck
he/she/it	specks
verleden tijd	specked
voltooid deelwoord	specked
onvoltooid deelwoord	specking
gebiedende wijs	speck

Werkwoord

speck

1. spikkelen, vlekken

enkelvoud	meervoud
speck	specks

Zelfstandig naamwoord

speck

1. stip, vlek

   «Soon the plane was only a speck in the sky.»

   Al snel was het vliegtuig slechts een stipje in de lucht.

2. beetje, deeltje

Synoniemen

   

atom blot corpuscle dab hint jot mark mite molecule

mote particle pinch pinpoint soupcon spot stain tinge touch

Spreekwoorden

• [2]: It is easy to see the speck in your brother's eye, but not so easy to see the plank in your own.

Dikwijls zien mensen wel de splinter in andermans oog, maar niet de balk in hun eigen.