mark
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mark
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘oude munt en munteenheid van Duitsland’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1210 [1]
- In de betekenis van ‘grens’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 792 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mark | marken |
verkleinwoord | markje | markjes |
Zelfstandig naamwoord
mark
- m (financieel) naam voor verschillende munteenheden gebruikt in Bosnië en Herzegovina en tot de invoering van de euro in Duitsland en Finland
- Ik heb nog een paar oude markjes bewaard.
- v/m (leenstelsel) een leen dat grensde aan het gebied van een ander rijk, meestal bestuurd door een markgraaf of markies
- De naam Denemarken maakt duidelijk dat dit gebied een mark was aan de grens met de Franken.
- v/m een ongecultiveerd stuk land in gemeenschappelijk bezit
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen
- [1] Bosnische inwisselbare mark, Bosnische mark, D-mark
- [1] Convertibele mark
- [1] Duitse mark
- [1] Finse mark
- [1] Oost-Duitse mark
- [1] West-Duitse mark
Afgeleide begrippen
- [2] markgraaf, markies, marksteen
- [2] Denemarken, Spaanse Mark, Oostmark
Gangbaarheid
- Het woord mark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mark" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Engels
Uitspraak
enkelvoud | meervoud |
---|---|
mark | marks |
Zelfstandig naamwoord
mark
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- mark
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord mǫrk
Naar frequentie | 1329 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | mark | m: marken v: marka |
marker | markene |
genitief | marks | m: markens v: markas |
markers | markenes |
Zelfstandig naamwoord
Afgeleide begrippen
- [1-2]: stubbmark
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- mark
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord mǫrk
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | mark | marka | marker | markene |
Zelfstandig naamwoord
mark, v
Afgeleide begrippen
- [1-2]: stubbmark
Zweeds
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord mǫrk
Naar frequentie | 859 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | mark | marken | marker | markerna |
genitief | marks | markens | markers | markernas |
Zelfstandig naamwoord
mark, g
- bodem, grond
- terrein, veld
- (financieel), (historisch) mark (munteenheid)
- (historisch) een oude Germaanse gewichtseenheid die wordt voornamelijk gebruikt voor metalen
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Leenstelsel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 80 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 4
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Woorden in het Zweeds met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Financieel in het Zweeds
- Historisch in het Zweeds