hint
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hint
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘wenk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1903 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hint | hints |
verkleinwoord | hintje | hintjes |
Zelfstandig naamwoord
hint m
- een aanwijzing, suggestie
- We gaven hem een hint bij het maken van de puzzel.
- een betekenisvol gebaar
- ▸ Mijn gebarentaal was bijzonder slecht, hoewel men langzaam mijn hints leerde ontcijferen.[3]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hinten |
hint
Gangbaarheid
- Het woord hint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hint" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "hint" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hint op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be