snelheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snel·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van snel met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord snelheid snelheden
verkleinwoord snelheidje snelheidjes

Zelfstandig naamwoord

de snelheidv

  1. (natuurkunde) verhouding tussen de afgelegde weg en de daarvoor gebruikte tijd bij verplaatsing van een voorwerp
    • De snelheid van het voertuig was zo hoog dat de auto pas na 100 meter lang remmen tot stilstand kwam. 
    • De tocht hoort bij de langste tochten door poolvossen die ooit geregistreerd zijn. De topsnelheid van 155 kilometer per dag is volgens Fuglei de hoogste ooit gemeten. Het was vooral die hoge snelheid die de onderzoekers verbaasde. [1] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • met (een) halsbrekende snelheid
erg snel
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia Kees Graafland 02-07-19 Poolvos doet het onmogelijke: loopt in recordtijd van Noorwegen naar Canada
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be