beginsnelheid
Uiterlijk
- be·gin·snel·heid
- samenstelling van begin en snelheid
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | beginsnelheid | beginsnelheden |
| verkleinwoord | - | - |
de beginsnelheid v
- (natuurkunde) de snelheid die een voorwerp aanvankelijk bezit
1. de snelheid die een voorwerp aanvankelijk bezit
- Het woord beginsnelheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.