Naar inhoud springen

sneeuwbui

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 01:44 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sneeuw·bui
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwbui sneeuwbuien
verkleinwoord sneeuwbuitje sneeuwbuitjes

Zelfstandig naamwoord

sneeuwbui v/m

  1. (meteorologie) een bui sneeuw
    • Sneeuwbuien hebben het treinverkeer ontregeld. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be