slaapwandelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slaap·wan·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slaap zn en wandelaar zn
- Naamwoord van handeling van slaapwandelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaapwandelaar | slaapwandelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die loopt in een toestand van verminderd bewustzijn
- Er bestaan nog bewustzijnstoestanden waarbij mensen handelingen uitvoeren zonder dat ze dat beseffen, zoals psychosen of slaapwandelen. Wie zoiets beleeft of er getuige van is, kan gemakkelijk tot interpretaties komen die de richting van het bovennatuurlijke uitgaan. Een slaapwandelaar maakt een zombieachtige indruk en een psychotische persoon lijkt soms wel van de duivel bezeten. [2]
- Maarten zag hoe sommigen met een schuin oog naar Stefan keken, die zich als een slaapwandelaar tussen hem en Hanneke voortbewoog.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand die loopt in een toestand van verminderd bewustzijn
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord slaapwandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Braeckman, Johan & Maarten BoudryDe ongelovige Thomas heeft een punt 2011 ISBN 978-90-8924-188-7 pagina 235
- ↑ Berg, MichaelHôtel du Lac [2011] ISBN 978-90-443-2989-6 pagina 240